Reisverslag 2023: 4 maanden door Canada&Alaska

Dag 87, Zondag 6 augustus. Gereden: 388, Totaal: 18949km.

Vannacht om 2 uur werd ik wakker, op de grond. Vannacht om 4 uur werd ik wakker, op de grond, en om 6 uur, op de grond. Matje lek, grrrr. Steeds maar weer opblazen, dan gaat het een uurtje of 2 goed, en dan lig ik weer op de grond. Op het oog vind ik geen lek, dus na het ontbijten ga ik maar met mat en al het meer in. Het valt nog best tegen om in je eentje een opgeblazen slaapmat onder water te houden. In de eerste dompelsessie vind ik niks, dus ik pomp de mat nog maar eens extra hard op en probeer het nog een keer. Dit keer vind ik het lek gelukkig wel. Gek genoeg zit het aan de bovenkant, en niet aan de onderkant. Er heeft dus kennelijk iets scherps onder mijn slaapzak gelegen. Ik heb nog nooit een lekke slaapmat gehad, wel 3x een kapot, maar daarbij scheurden de banen van binnenuit. Dan krijg je een soort ballon en daar is niks meer aan te doen. 2x kreeg ik onder garantie een nieuwe, maar de laatste was al uit de garantie. Dit voorjaar heb ik een nieuwe gekocht, en dat is deze. De mat leg ik maar even in de zon te drogen, en ik markeer het lek, plakken komt vanavond wel.

IMG_7696.JPG


Voor vertrek duik ik natuurlijk nog een keer het water in, en terwijl ik in het water dobber bedenk ik me dat het 6 augustus is. Op 6 september vlieg ik weer naar huis, dus de laatste maand gaat vandaag in. Ik kijk over het meer de verte in, en ik zie of hoor helemaal niets. Er is hier in de wijde omtrek helemaal niemand. Het meer is maar een piepklein stipje op de kaart van dit enorme land. De provincie Yukon heeft maar zo'n 40.000 inwoners, over een oppervlakte 11x zo groot als Nederland. 28.000 daarvan wonen in de hoofdstad Whitehorse, dus ga maar na wat er nog overblijft voor de rest van de provincie. Eigenlijk is het al een wonder als je buiten Whitehorse überhaupt mensen tegen komt. Over iets meer dan een maand ben ik weer in ons eigen landje, wat niet meer is dan een stipje op de kaart van de wereld, maar wel met bijna 18 miljoen inwoners. Mijn enige uitzicht is het huis van de overburen, en dat terwijl er hier een zee van ruimte is wat er maar gewoon een beetje ligt te zijn. Het zal wel even wennen zijn als ik volgende maand weer thuis ben.

IMG_7699.JPG


IMG_7702.JPG


Na dit moment van bezinning ben ik om 10 uur weer op weg. Ik had wat eerder willen vertrekken, maar door dat gedoe met die mat is het toch weer laat. Vanuit de camping rij ik gelijk de Campbell Highway weer op. Het is nog 160 kilometer tot Watson Lake. Ik had gedacht dat het hele stuk onverhard was, maar na ongeveer 100 kilometer zit ik weer op het asfalt. Ik ben misschien 10 auto's tegen gekomen als ik aankom in Watson Lake. Ook dit stadje stelt weer helemaal niks voor, maar omdat het de kruising van de Alaska Highway, de Cassiar Highway en de Campbell Highway is, is dit toch een belangrijke plek op de route. Een paar tankstations, winkels en restaurants, en de belangrijkste hotspot, het Signpost Forest. Bij de aanleg van de Alaska Highway in 1942 werden wegwijzers met de afstanden naar de belangrijkste steden langs de route geplaatst, en de soldaten plaatsten daar soms voor de lol wegwijzers naar hun eigen woonplaats, of de thuishaven van het regiment bij. Van het een kwam en het ander, en in de loop der jaren kwam er steeds meer bij. Het is inmiddels een enorme verzameling van plaatsnaamborden, kentekenplaten en andere verwijzingen naar plaatsen of personen over de hele wereld. Eens in de zoveel tijd wordt er officieel geteld, en in 2022 zijn ze over de 100.000 borden heen gegaan. Heel grappig om even doorheen te lopen. Ik heb ze niet alle 100.000 gecheckt, maar ik kom maar weinig Nederlands tegen. Wel heel veel Duits, maar Duitsers breiden hun grondgebied nou eenmaal graag een beetje uit ;)

IMG_7704.JPG


IMG_7705.JPG


IMG_7707.JPG


IMG_7710.JPG


IMG_7711.JPG


IMG_7712.JPG


IMG_7714.JPG


In het naastgelegen visitorscenter kijk ik even een korte film over de aanleg van de Alaska Highway, en in de tussentijd kan ik mooi het verslag van de laatste paar dagen uploaden. Dit keer liep ik niet achter met schrijven, maar ik heb al vanaf Whitehorse geen Wifi. Nadat ik nog even wat heb gegeten, boodschappen gedaan en getankt ben ik blij dat ik weer kan gaan rijden, want het is bloedheet. Op de heenweg kwam ik hier aan vanaf de Cassiar Highway, maar nu ga ik verder over de Alaska Highway. Dit deel is niet heel spannend om te rijden, maar als je bedenkt dat ze deze hele weg van 2237 kilometer in 1942 in slechts 8 maanden hebben aangelegd dan is het toch wel bijzonder. Helemaal door een land wat in de zomer een moeras is, en in de winter bevroren. Dat zal niet makkelijk geweest zijn.

Vandaag rij ik door tot de Liard Hotsprings. Niet dat het voor de temperatuur echt nodig is, want met 30 graden is het al hot genoeg zonder te springen, maar het is gewoon leuk om te bezoeken. De weg loopt door een gebied waar ze een herintroductie programma voor Bizons hebben, en het duurt niet lang voordat ik de eerste tegenkom. Ik had ze wat groter verwacht, maar het zijn toch wel bijzondere beesten. Ergens in de vorige eeuw zijn ze door over bejaging bijna uitgestorven (die zitten vast allemaal in de Bisonkit), maar inmiddels hebben ze weer meerdere kuddes geherintroduceerd. Echt helemaal wild zijn ze dus niet, maar toch wel bisonder.

IMG_7717.JPG


IMG_7720.JPG


IMG_7722.JPG


IMG_7723.JPG


IMG_7725.JPG


IMG_7726.JPG


Het is bijna 5 uur als ik aankom bij de hotsprings. Op het terrein is een camping, en als je daar staat mag je gewoon vrij de hotspring in en uit. Ik wilde er een beetje op tijd zijn, want het is een gewilde plek en ik heb natuurlijk geen reservering, maar ze hebben gelukkig nog plek. Het is heet en ik moet nog even niet denken aan een hotspring, dus als de tent staat ga ik eerst mijn matje plakken. Dat gaat goed, dus ik hoop dat hij vannacht vol blijft. De voortekenen zijn in ieder geval gunstig. Eerst mijn opblaaskussen, toen een gescheurde lakenzak, gescheurde tent, en daarna het matje lek. Nu alleen de slaapzak nog en dan hebben we alles gehad.

IMG_7727.JPG


Nadat ik nog een tijdje in de schaduw heb gezeten, eten gemaakt, afgewassen en koffie gezet loop ik rond half 9 richting hotspring. Het is ongeveer 10 minuten lopen over een vlonder door een soort moeras, voor je bij de hotspring komt. Het is eigenlijk een riviertje, maar dan door een dammetje wat dieper gemaakt. Leuke plek, en niet zo "aangelegd" als de andere waar ik was. Hoe dichter bij de bron hoe heter, en dat is echt heel heet. Met deze buitentemperatuur heb je eigenlijk meer behoefte aan verkoeling dan aan verwarming, maar toch is het leuk. Na een uurtje heb ik het wel weer gezien, en wandel ik rustig terug naar de tent. Daar had ik al een teiltje water staan, want douches zijn er ook hier niet, en van dat zwavelhoudende water ga je nou niet echt lekker ruiken. Een beetje primitief douchen, maar dat ben ik inmiddels wel gewend.

IMG_7728.JPG


IMG_7730.JPG
 
Ik kijk over het meer de verte in, en ik zie of hoor helemaal niets. Er is hier in de wijde omtrek helemaal niemand. Het meer is maar een piepklein stipje op de kaart van dit enorme land. De provincie Yukon heeft maar zo'n 40.000 inwoners, over een oppervlakte 11x zo groot als Nederland. 28.000 daarvan wonen in de hoofdstad Whitehorse, dus ga maar na wat er nog overblijft voor de rest van de provincie. Eigenlijk is het al een wonder als je buiten Whitehorse überhaupt mensen tegen komt. Over iets meer dan een maand ben ik weer in ons eigen landje, wat niet meer is dan een stipje op de kaart van de wereld, maar wel met bijna 18 miljoen inwoners. Mijn enige uitzicht is het huis van de overburen, en dat terwijl er hier een zee van ruimte is wat er maar gewoon een beetje ligt te zijn. Het zal wel even wennen zijn als ik volgende maand weer thuis ben.
Wat een enorm contrast he. Dat zal wel weer ff wennen zijn.

Mooie foto's . Weer lekker om te lezen 8-)
 
@Frazer had eigenlijk ook ff een verhaaltje moeten maken van z n eerste weken weer thuis ;)
ik vind t reisverhaal schitterend met prachtige foto s :} maar wat zal dat ff wennen zijn geweest thuis te komen
 
Dag 88, Maandag 7 augustus. Gereden: 219, Totaal: 19169km.

M'n slaapmat is gelukkig goed geplakt, want hij is vannacht netjes vol gebleven. Ik ga snel even ontbijten, en dan wandel ik eerst nog een keer naar de hotspring. Het is nu nog een beetje fris, dus dan is het extra lekker. Na ongeveer een uurtje als een kreeft in kokend water is het wel weer mooi geweest, en ga ik terug om de boel in te pakken. Omdat het water hier niet drinkbaar is filter ik nog een even een flesje. Het duurt even, maar het gaat. Je moet het koken of filteren, maar het is allebei niet echt handig. Koken werkt het makkelijkst, maar kost veel gas en het duurt een tijd voor het weer afgekoeld is. Filteren is wat meer werk, maar het is wel meteen klaar voor gebruik.

Om kwart voor 11 ben ik weer onderweg, en al snel ben ik positief verrast. Het is een prachtig mooi stuk door een breed dal omringt door bergen, de Northern Rockies. De weg is mooi en zelfs af en toe wat bochten. Een erg mooi stuk. Ik ben nog niet zo heel lang onderweg als ik langs Muncho Lake kom. Een prachtig mooi meer met blauw-groen water. Het wordt veroorzaakt door mineralen uit het gesteente. Ook al is mijn zwembroek zowat nog nat van de hotspring, het meer heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Ik moet er in, en het is heerlijk.

IMG_7735.JPG


IMG_7736.JPG


IMG_7734.JPG


IMG_7739.JPG


IMG_7740.JPG


Nadat ik in het zonnetje heb zitten opdrogen hijs ik me weer in het pak en ga weer door. Een uurtje later is het in Toad River tijd voor een tankstop. Het is al bijna 2 uur, dus in het restaurantje ga ik zelf ook even wat eten. Intussen begint het weer om te slaan, en in de verte zie ik een flink donkere lucht hangen, precies in de richting waar ik heen moet. Het begint een beetje te spatten en verderop zie ik zelfs al wat bliksemschichten. Als ik klaar ben met eten is de lucht inmiddels pikzwart geworden, en aangezien ik vanaf hier ook nog een bergpas over moet besluit ik nog maar een bakkie te nemen en het even af te wachten. Dat blijkt geen slecht idee, want het duurt niet lang of er breekt een enorm onweer los. Het water komt werkelijk met bakken uit de hemel. Er lijkt ook geen einde aan te komen, het blijft maar hozen. Er komen intussen steeds meer mensen het restaurantje binnen, want zelfs met de auto is het blijkbaar niet echt fijn om te rijden.

IMG_7747.JPG








Na meer dan een uur lijkt het onweer wat minder te worden, maar het regent nog steeds flink dus ik wacht toch nog even. Intussen komen er 3 jongens binnen die Nederlands blijken te zijn. Mijn motor staat pal voor de deur, en aangezien ik de enige in motorkleding ben is de link snel gelegd, dus ze komen even een praatje maken. Het zijn Tukkers, en ik moet soms nog aardig goed luisteren om ze te kunnen verstaan. Ze reden net op het hoogtepunt van de bui op de 1300 meter hoge bergpas hier verderop, en kregen een enorme hagelbui. Zo hard dat ze bang waren dat het door de ramen naar binnen zou komen. Ze laten wat filmpjes zien, en er ligt een laag van zeker 10 centimeter hagel op de weg. Het was een goed idee om hier even te wachten, want hier wil je echt niet inrijden. Nadat we samen nog even een bakkie hebben gedaan is het droog en ga ik eindelijk maar weer eens verder. Het is inmiddels al half 5 en ik heb hier 2,5 uur gezeten.

Net voordat ik wil vertrekken vraagt er iemand of ik richting de pas ga of de andere kant op. Hij zegt dat er sneeuw en ijs op de pas ligt, dus volgens hem is het geen goed idee om nu omhoog te gaan. Er staan allemaal auto's en campers stil omdat het zicht slecht is, en de weg glad. Altijd luisteren naar de locals, behalve als je denkt dat je het zelf beter weet. Ik ga dus gewoon, omkeren kan altijd nog. Als ik bezig ben met aankleden komen er 2 motorrijders voorbij, die gaan dezelfde richting op en zitten dus nog voor me. Als ik ze weer terug zie komen weet ik dat ik moet keren, en tot die tijd zien we wel hoe ver we komen.

Ik zie nog weinig wits op de bergen, en terwijl ik al op 1100 meter hoogte zit is het in de zon alweer 22 graden. Ik kan me niet voorstellen dat er 200 meter hoger ijs ligt. In zo'n hevige hagelbui kan het natuurlijk wel even wit worden, maar zodra de zon er weer doorkomt en de temperatuur loopt op is het ook zo weer weg. Zo ook nu, op een stukje van ongeveer 200 meter in de schaduw is het nog een beetje wit, maar verder is er niets aan de hand. Er ontstaan zelfs al wat droge sporen op de weg. Paniek om niks dus. De mooie heldere riviertjes zijn wel veranderd in modderstromen. Er ligt een mooie camping boven aan de pas, maar omdat er nog een hoop buien in de lucht hangen sla ik die maar even over. Ik heb geen zin om straks zo'n hagelbui op de tent te krijgen.

IMG_7751.JPG


IMG_7753.JPG


IMG_7752.JPG


De buien zijn blijkbaar behoorlijk plaatselijk geweest, want op sommige plekken is de weg nog gewoon droog. Wolken en zon wisselen elkaar in rap tempo af, en de volgende bui laat niet lang op zich wachten. Een kwartiertje later zit ik er middenin. Geen hagel gelukkig, maar wel een enorme wolkbreuk. Schuilen kan hier toch nergens, dus ik rij maar rustig door. Ik moet het ook wel rustig aan doen, want er valt zoveel water dat ik het verschil tussen de weg en de berm amper kan zien. Gelukkig rij ik de bui al vrij snel uit en is het alweer droog. Het is nog ongeveer 20 kilometer naar de volgende camping, dus ik denk dat ik daar maar stop. Ook al heb ik weinig kilometers gemaakt vandaag, het is al 6 uur dus het is wel weer genoeg geweest. In de laatste kilometers waait mijn pak alweer zo goed als droog, dus dat is wel fijn, dat scheelt me weer een nat pak in de tent. Terwijl de lucht weer donker wordt en ik aan alle kanten gerommel in de lucht hoor kan ik gelukkig wel droog de tent opzetten. Het gaat waarschijnlijk niet lang duren tot het weer losbreekt, dus ik gooi snel de tarp er nog even overheen.

IMG_7749.JPG


IMG_7750.JPG


Ik ben precies op tijd klaar voor het onweer weer losbarst, dus daar kom ik alweer goed weg. De overbuurman biedt me aan om vannacht in zijn bestelbus te slapen, want ze slapen zelf toch in de caravan, maar ik red me wel. Het enige probleem, ik heb geen water meer en ik ga niet in de stromende regen naar de pomp. Dat grondwater moet ik alsnog filteren, dus kan ik net zo goed het water gebruiken wat hier boven mijn hoofd uit de lucht valt. De tarp loopt netjes naar één kant af en het regent zo hard dat ik binnen een minuut een pan vol water heb. Het begint zo wel erg primitief te worden, maar of ik nou grondwater of regenwater gebruik, dat zal ook weinig uitmaken. Bovendien wordt het na het filteren ook nog eens gekookt, dus dat moet kunnen. Zo wordt het een haute cuisine van noodles met regenwater, waar heb je dat nou?

IMG_7755.JPG


Helaas blijft het de hele avond regenen, dus er zit weinig anders op dan maar een beetje in de tent hangen en wachten tot het donker wordt. Dat wordt het alweer best vroeg, rond half 11, en de nachten zijn ook echt wel weer donker. Hoe verder je naar het zuiden gaat hoe korter de dagen weer worden. Een beetje jammer toch wel, maar je slaapt er wel een stuk beter door. Een bijzondere dag vandaag, met flinke uitersten. Hotspring, koud meer, zon, regen, onweer en hagel, allemaal binnen een paar uur.
 
Dag 89, Dinsdag 8 augustus. Gereden: 582, Totaal: 19751km.

Om half 7 word ik wakker omdat de buurman het nodig vind om zijn aggregaat te starten. Ik snap ze hier soms niet hoor, de mensen zijn allemaal aardig en beleefd, op straat maken ze een praatje met je, deze kerel bood me gisteren nog aan om vanwege de regen in zijn bus te slapen, en aan de andere kant zijn ze alleen maar met zichzelf bezig. Of ze het nou niet door hebben of dat het ze gewoon niet interesseert, ik weet het niet. Een aggregaat om half 7, motoren die een uur stationair draaien om accu's te laden, het liefst met de deur open en de muziek zo hard dat de halve camping het hoort, airco's die de hele nacht staan te blazen, het zijn maar een paar voorbeelden. Aan de ene kant heel aardig en beleefd, maar het moet wel binnen hun wereld passen.

Het is droog, maar daar is alles dan ook wel mee gezegd. Het is zwaar bewolkt druilerig. Met dank aan de tarp is de tent tenminste wel een soort van droog, alleen door het opspattende water een beetje modderig aan de onderkant. Ik was toch vroeg wakker, en aangezien er hier verder niks te beleven is pak ik na het eten alles in en ga ik op weg. Ik ga weer een stukje heuvel op, en ik zit al snel in de mist. Hele dichte mist. Het is een traject waar aan de weg wordt gewerkt, en er staan nog geen strepen op het nieuwe asfalt. Ik zie niet meer dan een meter of 20/30, en probeer zonder wegbelijning dan maar eens in het goede spoor te blijven. Ik rij dus ook maar met een gangetje van 20/30 kilometer per uur, maar gelukkig is er weinig ander verkeer.

IMG_7757.JPG


IMG_7758.JPG


Aan de andere kant van de heuvel wordt het gelukkig wat beter, en kom ik langzaam de mist weer uit. Op ongeveer 100 kilometer vanaf de camping kom ik uit in het stadje Fort Nelson. Veel stelt het zoals gewoonlijk niet voor, maar het is toch de eerste plaats van enige betekenis sinds Watson Lake, ruim 500 kilometer terug. Omdat ik vandaag weer wat meer richting de bewoonde wereld ga kom ik later nog wel wat grotere plaatsen tegen, dus boodschappen doe ik vanmiddag wel. Ik maak wel een stop bij de Tim Hortons voor een bakkie, en om het verslag de wereld weer in te sturen. Net als ik wil vertrekken komen er twee andere motorrijders aan, de vader en zoon die ook op de camping in Whitehorse stonden. We maken even een praatje, maar ze waren toen ook al niet zo lang van stof, en nu nog steeds niet.

Voor ik weer op pad ga gooi ik de tank nog een keer vol, en niet te vergeten de Camelbak. Dan heb ik voor vandaag tenminste water. Vanavond ben ik van plan om een wat grotere camping te zoeken, want dat water filteren ben ik ook wel even zat, ik wil douchen en ik moet kleren wassen. Ik wil vandaag eigenlijk doorrijden tot Dawson Creek, dat is het officiële begin van de Alaska Highway, en vanaf hier nog 450 kilometer. Moet te doen zijn want het is pas 11 uur. Als er tenminste niet teveel wegwerkzaamheden op mijn pad komen. De komende dagen ga ik weer eens wat meer kilometers maken. Op de heenweg ben ik ook al door dit gebied gekomen, en er is hier niet zo veel meer te beleven. Ik heb inmiddels contact gehad met Mike, de man van mijn nichtje, om even af te spreken wanneer ik daar weer heen ga, want we willen samen nog een paar dagen rijden. Hij stelde voor om dit weekend weer hun kant op te komen. Het is nog wel een aardig stukje rijden, maar het moet te doen zijn. Ik ben toch al in dit gebied geweest, dus ik kan er wel wat sneller doorheen.

De 450 kilometer naar Dawson Creek zijn vrij goed samen te vatten in één woord, saaaaaai. Het is vooral rechtdoor, het is vlak en er is weinig te zien. Bomen, bomen en nog eens bomen. De enige variatie die er in zit is dat ze soms verbrand zijn, en soms niet. Soms alleen links verbrand, soms alleen rechts, of allebei. Heel enerverend dus. Het enige voordeel is dat het rustig is, dus ik kan het tempo er lekker inhouden. Je mag overal 100, maar dat doet bijna niemand. Ik hou hem op 120, dan valt het nog een beetje mee als er misschien toch gecontroleerd wordt, maar schiet het toch wat meer op. Ik word alsnog regelmatig ingehaald. De laatste 150 kilometer rij ik door veel olie- en gasvelden. Daar zie je verder weinig van, behalve af en toe boorputten en pompinstallaties. Er rijdt veel vrachtverkeer, en dat is echt geen pretje. Doordat ze links en rechts uit onverharde wegen de hoofdweg opkomen ligt er veel zand en opgedroogde modder op de weg. Het stuift als een gek, en als er vrachtverkeer tegemoet komt hangt er soms een halve zandstorm achter. Je krijgt continu zand en stof in je gezicht, het knarst gewoon tussen m'n tanden, en gaat ook niet echt goed samen met mijn lenzen. Niet fijn rijden.

Na nog een korte koffie- en tankstop in Fort St. John ga ik verder voor de laatste 60 kilometer naar Dawson Creek, en de laatste 60 kilometer van de Alaska Highway. Of eigenlijk de eerste 60, want ze tellen vanuit Dawson Creek en ik rij natuurlijk andersom. Kort voor Dawson ligt nog een van de originele houten bruggen van de Alaska Highway. De weg loopt er omheen want de brug is niet meer in gebruik, maar ligt er nog wel. Een behoorlijk indrukwekkende constructie, en ook nog in een bocht. En dan te bedenken dat hij al 80 jaar oud is.

IMG_7762.JPG


IMG_7763.JPG


In de laatste 10 kilometer naar Dawson tikt de motor de 55.555 kilometer aan, en dat is natuurlijk even reden voor een foto. Ik heb de slechte gewoonte om als het toch rustig is rijdend foto's te maken, dus zo ook nu. De 20.000ste kilometer van deze reis haal ik nog niet, dat gaat morgen waarschijnlijk gebeuren. Kort voor Dawson lijk ik ook nog op een dikke bui af te rijden, maar ik heb geluk en red het droog.

IMG_7769.JPG


IMG_7766.JPG


Ik stop op een camping aan de rand van Dawson Creek. Het nadeel als je een camping met faciliteiten wilt is dat je vaak uitkomt op RV-parks aan de rand van een stad. Hier dus ook. Het is niet de meest mooie plek, maar er is zowaar een tentenveld zoals we in Europa gewend zijn. Ik hoop dat ik nog weet hoe het moet, kamperen op gras. Als de tent staat rij ik nog even naar het dorp voor boodschappen, en een paar foto's bij de Mile 0 Marker van de Alaska Highway. Ik heb hem dan misschien niet aan één stuk gereden, maar het enige stuk wat ik heb gemist is de 140 kilometer van Haines Junction naar Whitehorse. Op een weg van ruim 2200km, waar hebben we het over. Canada is trouwens ergens in de jaren 70 overgegaan van mijlen naar kilometers, de Alaska Highway lag er toen al, dus op veel van de historische plekken langs de weg zie je nog steeds de aanduiding in mijlen. Zo ook de Mile 0 Marker in Dawson, en sta ik ook op de Mile 0 Campsite.

IMG_7771.JPG


IMG_7772.JPG


IMG_7777.JPG


IMG_7778.JPG


Terug op de camping ga ik snel eten, want het begint een beetje te spatten. Gelukkig zet het niet door, want ik heb weinig zin om weer in de tent te eten. Na het eten gooi ik een was in de machine, want hoewel ik in Whitehorse nog heb gewassen ben ik alweer door al het ondergoed heen. Gaat ook snel als je maar voor 6 dagen hebt. Normaal gesproken doe ik na een dag of 5 wel weer een kleine handwas, maar dit keer was er of geen water, of het weer was te slecht om het te drogen, of allebei. Na de afwas, weer eens met warm water, gooi ik de was in de droger. Normaal hang ik het gewoon uit, maar voor vannacht voorspellen ze weer regen. Ik ben verbaasd hoe snel het donker wordt, al voor 10 uur is het echt donker. En dat terwijl het een paar weken terug in het noorden nog 24 uur licht was. Het kan snel gaan. Een uurtje Netflixen dan nog maar, en dan na 5 dagen weer eens lekker warm douchen. Nou spring ik bijna elke dag wel ergens in een meer of doe ik een beetje primitief wassen, maar dat is toch niet hetzelfde.

IMG_7780.JPG



Deel9.png
 
Dag 90, Woensdag 9 augustus. Gereden: 280, Totaal: 20032km.

Vannacht heeft het een beetje geregend, maar vanochtend is het gelukkig droog. De voorspelling is dat er in de ochtend nog buien vallen, maar voorlopig valt het mee. Ik ben zoals altijd al niet zo heel vlot met inpakken, maar als de buurman, een Harley rijder uit Ontario, nog even komt buurten schiet het helemaal niet op. Dat even buurten werd iets langer dan even, en uiteindelijk hebben we meer dan een uur gestaan. Over reizen en motoren valt nou eenmaal een hoop te praten. De tent is in ieder geval droog tegen de tijd dat ik hem inpak.

Voor vertrek bel ik eerst weer eens naar m'n moeder, want die is vandaag jarig. Het is alweer een paar weken terug dat ik contact met thuis had, dus er is genoeg te vertellen. Het plan om vandaag weer een beetje op tijd te vertrekken had ik na de eerste social talk van vanmorgen al bijgesteld, en na het bellen met moeders ben ik zo weer een uur verder. Laat ben ik nu toch al, dus een derde praatje kan er ook nog wel bij. Op de camping staat namelijk ook nog een Nederlandse oude (maar puntgaaf gerestaureerde) Mercedes bus. Ik heb hem een hele tijd geleden op de camping in Dawson City (niet te verwarren met Dawson Creek waar ik nu ben), ook al eens gezien, maar toen was er niemand bij. Nu wel, dus ik ga ik daar ook nog maar even buurten. Het is een wat ouder gepensioneerd stel uit Lijnden (bij Badhoevedorp), en ze hebben hun bus vanuit Antwerpen naar Halifax laten verschepen. Als ik hun reisverhalen zo hoor verbaast het me eigenlijk dat ik ze tussendoor niet vaker heb gezien, want ze zijn in Alaska op een hoop dezelfde plaatsen geweest als ik. Zo zie je maar weer, sommigen zie je weken achter elkaar bijna elke dag, en andere zie je na één keer nooit meer, terwijl ze toch in hetzelfde gebied zitten. Het zijn hele aardige mensen en ik had er makkelijk nog langer kunnen zitten, maar dan had ik mijn tent echt net zo goed weer kunnen opzetten.

Het is bijna half 3 voordat ik uiteindelijk de camping af rij. Ik geloof niet dat ik ooit eerder zo laat ben vertrokken. Maar wat maakt het uit, als je zo lang onderweg bent hoort social talk er ook bij, en als dat dan ook nog in je eigen taal kan is het helemaal leuk. In het dorp ga ik nog snel even wat eten. Als ik nu brood ga maken ben ik nog weer een uur verder, maar gelukkig hebben ze bij de Tim Hortons ook prima broodjes en wraps. Het is 3 uur voordat ik dan eindelijk op weg ben. Een paar honderd kilometer moet nog wel lukken vandaag. Echte haast heb ik niet, maar vrijdag aan het einde van de dag wil ik weer bij m'n nichtje in Mission zijn, en dat is nog een dikke 1100 kilometer rijden.

Het eerste deel van de route is weer een beetje zoals het gisteren eindigde. Druk, veel vrachtverkeer en heel veel zand en stof op de weg. Het lijkt op sommige stukken zowat alsof ik op een gravelweg rij. Na iets meer dan een uur stop ik om even te tanken, wat op zich nog niet echt heel erg nodig is, maar volgens mij komt er weer een stuk met weinig tankstations. Ook is het vaak aanzienlijk goedkoper om te tanken in een drukke omgeving dan bij zo'n afgelegen pomp in het buitengebied. Bij de pomp word ik aangesproken door iemand die mijn motor helemaal geweldig vindt, en een heel verhaal begint over zijn eigen motoren. Hij heeft veel gecrost en ook geracet met sneeuwscooters, en in zijn leven zoveel gebroken dat hij eigenlijk niet meer fatsoenlijk kan bewegen. Weer een half uur verder, maar laat was ik toch al.

Na de tankstop wordt de omgeving ook wat leuker, meer bochten en een beetje bergachtig. Ik heb het geluk dat ik alle regenbuien mis, want overal hangen donkere wolken en ik rij bijna continu op een natte weg. Als de zon een tijdje achter de wolken blijft koelt het best wel af, dus maak ik nog een stop om een extra shirt aan te trekken. Toevallig stop ik op een parkeerplaats bij een waterval, dus kan ik daar gelijk even kijken. Het lijkt wel alsof ik het over me afroep vandaag, want ook daar word ik weer aangesproken. Vanuit een auto die me een uurtje geleden inhaalde kreeg ik een paar opgestoken duimen, en diezelfde jongens staan hier ook. Ze werken allebei voor de bestrijding van bosbranden en ze hebben na weken continu werken nu eindelijk een paar dagen vrij. De een is nog student en doet het gewoon als bijbaan. De andere werkt het hele bosbrandseizoen aan een stuk door, en verdient daarmee in 4/5 maanden tijd genoeg om een jaar van te leven. De rest van het jaar is hij op reis. Precies wat ik zoek! Ik vrees dat we in Nederland niet genoeg bos hebben om een heel seizoen te laten branden, maar misschien moeten we het eens proberen ;)

IMG_7784.JPG


IMG_7782.JPG


Ik heb inmiddels een camping uitgekozen, en kort voor ik daar ben tikt de GPS de 20.000ste kilometer van deze reis aan. Mijn record van 11.000 kilometer in één reis had ik natuurlijk al lang verbroken, maar dit is wel weer de volgende mijlpaal. Om half 8 ben ik op de camping, en heb ik toch nog 280 kilometer afgelegd vandaag. Valt me niks tegen. Ik maak nog een praatje met de parkranger die de betaling komt innen, en ze benadrukt nog eens extra om goed op te letten dat ik geen etenswaren laat slingeren. Ze hebben best veel last van beren rond het terrein. Niet ver hier vandaan zag ik net zelf ook nog een zwarte beer langs de weg. Volgens de ranger zijn ze allemaal een beetje overactief, omdat veel beren door de bosbranden uit hun territorium gevlucht zijn, en dus nu in het territorium van anderen zitten. Dat levert strijd op, want dit is het moment waar ze het allemaal van moeten hebben. De bessen zijn rijp en de winter komt er aan, dus indringers zijn niet gewenst.

IMG_7785.JPG


IMG_7786.JPG


Het is inmiddels 8 uur, dus snel de tent opzetten en eten maken, want ik heb best trek. Tegen de tijd dat ik klaar ben met afwassen en koffie zetten kijk ik nog even naar de zonsondergang, en kruip dan de tent maar in. Het zijn er niet veel, maar er zijn toch wel weer wat muggen. Of de muggen pandemie nou al voorbij is, of dat het in deze regio gewoon minder is weet ik niet, maar de afgelopen week heb ik eigenlijk weinig last gehad. Hopelijk blijft het zo!

IMG_7788.JPG


IMG_7789.JPG
 
Dag 91, Donderdag 10 augustus. Gereden: 583, Totaal: 20616km.

Vannacht werd ik wakker van wat geritsel in de struiken, wat gesnuffel en een beest wat al smakkend iets aan het eten was. Niet meteen naast de tent, maar ver weg was het ook niet. Na een paar minuten hield het geluid op en het kwam ook niet meer terug. Een eekhoorn was het in ieder geval niet, maar wat was het wel? Ik denk zelf een beer, maar ik ben niet naar buiten gegaan en hij of zij kwam (gelukkig) niet binnen, dus we zullen het nooit weten. Tegen mijn verwachting in sliep ik binnen een paar minuten alweer.

Als ik uit bed kom kijk ik even rond de struiken, maar ik zie geen sporen of iets wat lijkt op de aanwezigheid van een beest. Het zijn wel allemaal bessenstruiken, dus het kan natuurlijk goed dat het een beer was, zeker omdat ik gisteren nog eens extra gewaarschuwd werd omdat er veel rond de camping zitten. De grond is te hard voor sporen, dus daar zie je niks aan. Zou ik het gedroomd hebben? Ik weet het ook niet, en we zullen het nooit weten.

IMG_7793.JPG


Vandaag moet ik echt kilometers gaan maken, want het is nog 900 bijna kilometer naar mijn nichtje in Mission, en daar wil ik morgenmiddag zijn. Om half 10 is de hele boel ingepakt, maar ik maak natuurlijk nog wel even tijd vrij om te zwemmen. Niet dat het heel warm is trouwens, maar zwemmen kan altijd.

De eerste 100 kilometer van vandaag zijn een beetje glooiend. Niet heel spannend, maar ook weer niet saai. Het lijkt een beetje op Zweden, veel heuvels, veel meren en heel veel bomen. Om half 12 ben ik in Prince George, wat wel echt een flinke stad is. De eerste echte stad die ik tegen kom sinds Anchorage. Het is gelijk te merken aan het verkeer, en de hoeveelheid verkeerslichten. Ik doe snel een bakkie, haal wat boodschappen voor vanavond, gooi de tank vol, en ga dan snel weer door. Het grootste deel van de rit is niet spannend, er is weinig te zien onderweg. Ik heb zelfs nog niet één foto gemaakt. Het schiet gelukkig wel lekker op, want buiten de dorpen die ik tegen kom mag je overal 100 en soms zelfs 110. Af en toe krijg ik een buitje, maar steeds niet langer dan een paar minuten. Als de zon weer doorbreekt is het lekker, maar als de zon achter de wolken is dan is het maar een graad of 18 en best fris.

Om een uurtje of 2 stop ik voor een broodje, met echte Goudse kaas die ik vanmorgen gescoord heb. Kost wat maar dan heb je ook wat! Rond half 5 nog een snelle koffie en tankstop, en weer door. Inmiddels rij ik op een weg waar ik in een van de eerste weken ook al geweest ben. Ik herken de plekken wel, maar ik moet Polarsteps er even bij pakken om te kijken waar ik toen vandaan kwam, want dat weet ik echt niet meer. De laatste 50 kilometer voor mijn voorgenomen stopplaats begint de omgeving weer wat aantrekkelijker te worden. Het is een heel droog en warm gebied, op de heenweg vond ik het ook al bijzonder om te zien. Je rijdt eigenlijk vrij abrupt een andere omgeving in. Het is heel warm en droog gebied, ze noemen het de Desert Hills, en als je de foto's ziet snap je waarom. Het is de regio met de minste neerslag van heel Canada. Niet heel ver van hier ligt het dorpje Lillooet, waar ik op de heenweg al doorheen ben gereden. Hier hebben ze het hitterecord van heel Canada, wat staat op 49 graden. Toen ik er reed was het er "maar" 39. Het is nu inmiddels opgelopen tot 29 graden, dat is een stuk beter uit te houden. Omdat er wel een rivier langs loopt hebben ze water genoeg om het land te besproeien, dus ze verbouwen hier een hoop groente en fruit. Je kan wel precies zien tot waar ze sproeien, want daar buiten is alles droog en dor.

IMG_7795.JPG


IMG_7797.JPG


IMG_7800.JPG


IMG_7801.JPG


IMG_7802.JPG


Ik stop vandaag in het dorpje Ashcroft. Er zitten niet zoveel campings in dit gebied, dus vanmorgen heb ik deze al min of meer uitgekozen. Omdat het volgens de omschrijving maar een kleine camping is heb ik vanmorgen voor de zekerheid alvast een mail gestuurd. Reserveren doe ik eigenlijk nooit, maar omdat hij maar zo klein is en er in de buurt verder weinig zit heb ik maar even gecheckt. Ik heb geluk, ze hadden voor vannacht nog één tentplek vrij, dus ik ben in ieder geval zeker dat ik er terecht kan. Het is iets na 6 uur als ik op de camping aankom. Ik heb 580 kilometer gereden, dus ik ben aardig opgeschoten.

De camping is erg netjes, en ook nog eens goedkoop. Ik betaal maar 20 dollar, inclusief warme douches, Wifi en zelfs stroom. Kunnen ze in Alaska nog wat van leren. Ik moet wel op het gravel staan, want in het gras zitten sprinklers en dan word ik waarschijnlijk niet zo fijn wakker vannacht. Na het eten en natuurlijk een bakkie loop ik nog even het dorpje in. Ashcroft is een oud wildwest stadje, en ook al is nu alles al dicht, het is leuk om even doorheen te lopen. Het is een heerlijke avond want het is nog lang warm. Het is een tijd geleden dat ik in mijn korte broek en T-shirt heb rondgelopen. Ook al heb ik bijna alle dagen wel goed weer gehad, in Alaska koelde het in de avond meestal snel af, of het was vanwege de muggen gewoon niet te doen om rustig buiten te zijn. Nu is het echt heerlijk. Morgen kan ik wat rustiger aan doen, want het is nog maar ongeveer 300 kilometer naar Mission over een weg die ik al gereden heb. Ik ga hier nog even in het dorpje kijken en misschien nog naar het museum. We zien wel.

IMG_7804.JPG


IMG_7806.JPG


IMG_7808.JPG



Dag 92, Vrijdag 11 augustus. Gereden: 318, Totaal: 20934km.

Vannacht schrok ik weer wakker, dit keer niet vanwege een beer, maar door de sprinklerinstallatie die aan sprong. Bij het inchecken zeiden ze al dat ik de tent alleen maar op het gravel mocht zetten en niet op het gras, want anders heb je midden in de nacht een nat pak. Het sproeiende water maakt een aardig kabaal, en de tent en de motor krijgen een gratis wasbeurt.

Als ik in de ochtend wakker word staat de zon weer op de tent en is alles al weer droog. Ik ontbijt rustig in de zon, want doordat ik gisteren een lange dag heb gemaakt heb ik vandaag tijd zat. Ik wil straks nog even het dorpje inlopen en in het museum kijken. Ik ruim het hele spul eerst op, en zet de motor alvast op de parkeerplaats. Mijn pak en helm leg ik in het toiletgebouw, want het is veel te warm om dat nu al aan te trekken.

Lekker in korte broek en slippers loop ik het dorpje in. Bij de bakker in het dorp stop ik eerst voor een bak koffie en een kaneelbroodje, of zeg maar gerust brood, want hij is behoorlijk aan de maat. Dat is zowat genoeg voor de hele dag. Na de koffie loop ik naar het dorpsmuseum. Twee broers die emigreerden vanuit Ashcroft in Engeland stichtten het dorp, en noemden het naar hun geboortedorp. Eigenlijk kwamen ze om goud te zoeken, maar omdat ze zagen dat er maar weinig mensen succes hadden besloten ze daar vanaf te zien en begonnen ze een servicepunt voor alle goudzoekers in de omgeving. Dit groeide uiteindelijk uit tot een succesvol dorp waar de goudzoekers hun bevoorrading konden halen. Toen het spoorwegnet werd aangelegd en het dorp ook nog op een spoorwegknooppunt kwam te liggen groeide het helemaal uit. In het begin was het vooral voor de goud en kopermijnen, maar later ontdekte ze dat de vulkanische grond ook super vruchtbaar was. Na het aanleggen van irrigatiekanalen werden er veel groenten en fruit verbouwd, en kwamen er zelfs fabrieken om alles in te blikken. Hoe zo'n dorpje eigenlijk vanuit niks uitgegroeid is leuk om te zien. Het museum is niet groot, maar mooi opgezet, leuk om even te kijken.

IMG_7810.JPG


Nadat ik me op de camping heb omgekleed is het 12 uur en tijd om weer op pad te gaan. Ik volg de rivier de Thompson, die later over gaat in de Fraser. De rivier loopt door een mooie uitgesleten Canyon, en de weg en het spoor lopen er ook doorheen. Het is een prachtige weg door die ruige canyon, met al die droge en dorre hellingen, en dan die heldere rivier die er doorheen stroomt. Bij het dorpje Lytton, waar ik op de heenweg al was, stroomt de Thompson over in de Fraser. Lytton is het dorp wat een aantal jaar terug helemaal is afgebrand tijdens een bosbrand. Helaas is het water van de Fraser troebel, dus dat ziet er altijd net wat minder mooi uit, maar de canyon blijft prachtig om doorheen te rijden. Omdat ik deze weg op de heenweg ook al heb gereden stop ik niet zo veel, maar het is echt geen straf om hier nog een keer te rijden.

IMG_7811.jpeg


IMG_7812.JPG


IMG_7813.JPG


IMG_7815.JPG


IMG_7816.JPG


IMG_7817.JPG


Aan het einde van de canyon sla ik af richting Vancouver voor de laatste 70 kilometer naar Mission. Dit stuk is niet echt interessant meer, en heb ik de eerste keer dat ik hier was ook al een paar keer gereden. Het is rond half 6 als ik weer aankom bij m'n nichtje. Het voelt al een beetje vertrouwd. Haar man Mike komt toevallig ook net thuis, dus met z'n allen drinken we eerst even wat, en dan gaat de BBQ aan. Het is alweer 2 maanden geleden dat ik hier was, en ik heb natuurlijk een hele hoop gezien. Ze zijn in de tussentijd zelf ook op vakantie geweest, dus we hebben elkaar genoeg te vertellen. Morgen gaan we naar het bedrijf van Mike, dat is naast het vliegveld van Abbotsford, waar een vliegshow is. Voor die gelegenheid organiseren ze ieder jaar een grote BBQ voor alle collega's en familie, en iedereen kan natuurlijk naar de show kijken. Na de show, aan het eind van de middag stappen Mike en ik op de motor, en rijden naar hun vakantiehuisje in de omgeving van Kamloops. Het ligt in de regio waar ik vanmorgen ook vandaan kwam, en in de eerste instantie zouden we daar ook afspreken, maar omdat ik ook werd uitgenodigd voor de vliegshow en BBQ ben ik toch naar Mission gereden. In het huisje blijven we 2 dagen, zodat we zondag in de buurt ook nog wat kunnen rijden. Maandag rijden we dan weer terug naar Mission. Vannacht lig ik eerst nog een nachtje in de camper waar ik vorige keer ook sliep, voor het eerst sinds het hotel in Deadhorse weer een echt bed, en dat is stiekem ook best lekker.
 
Ik kreeg deze laatst ik al.


Beetje jammer dat mijn vriendin en ik beide opgeleid zijn in werk wat omscholing naar internationaal werken zeer lastig maakt.

Screenshot_20240330_193823_Instagram.jpg
 
Vorige week ergens ontdekte ik je verslag en heb sindsdien elke dag van jouw reis met verbazing en bewondering gelezen.
Heb het gevoel dat ik, bij wijze van, achter op de motor heb gezeten😊. Af en toe lees ik wat passage voor aan mijn vrouw en laat ik wat van jou mooie foto’s zien.
Ondanks dat je aangeeft, dat je voor jezelf schrijft. Ben ik blij dat je dit verhaal deelt met ons.
Jouw manier van schrijven leest ook zo lekker weg en bevat veel humor en nuchterheid.
Sam Elliott Hello GIF by GritTV

Kan niet wachten op de laatste maand. :]:}
 
Dag 93, Zaterdag 12 augustus. Gereden: 304, Totaal: 21238km.

Waarom weet ik niet, maar ik was erg moe en ik heb goed geslapen. Vandaag gaan we eerst naar de Airshow op het vliegveld van Abbotsford. Het bedrijf van Mike ligt pal tegen het vliegveld aan, en tijdens de jaarlijkse airshow organiseren ze een barbecue voor alle werknemers en aanhang, en kan iedereen hier naar de show komen kijken. Aan het eind van de middag rijden Mike en ik met de motor richting hun vakantiehuisje nabij Kamploops, en blijven daar een paar dagen. Ik zoek alle spullen die ik nodig heb alvast klaar, zodat we straks gelijk weg kunnen, want het is nog best een stukje rijden.

Om 10 uur rijden we richting Abbotsford, tegen de grens met de VS, op ongeveer 20 minuten rijden van Mission. M'n nichtje moet werken dus die kan helaas niet mee, ik ga samen met Mike en hun dochter, mijn achternichtje. We zijn er op tijd, dus Mike geeft me eerst een rondleiding door zijn bedrijf. Ze ontwikkelen en bouwen machines voor de fabricage van houtvezel panelen zoals spaanplaat en underlayment. In een werelddeel waar ze zo ongeveer ieder huis compleet van dit soort materialen maken is er werk genoeg. Terwijl ik een van de medewerkers assisteer met het klaarzetten van alle tafels en stoelen, leeft Mike zich in de werkplaats even uit op mijn gescheurde kofferrek. Ook al houdt mijn noodreparatie met de spanband op zich goed, het kan maar gefixt zijn.

IMG_7829.JPG


De airshow is inmiddels begonnen, en langzaam komt ook iedereen binnen. Gelukkig kunnen we op het dakterras onder wat partytenten zitten, want het is dik over de 30 graden en bloedheet in de volle zon. Helemaal handig is het niet als je vliegtuigen wilt kijken, maar anders is het echt niet uit te houden. De zus van Mike is er ook, een hele aardige vrouw en ik zit een tijd met haar te praten. Mike is natuurlijk druk met alle collega's en andere directeursdingen. Ondertussen vliegen er allerlei vliegtuigen over, oud spul uit de 2e Wereldoorlog, maar ook F15, C17, F35 en een formatie van 8 vliegtuigen die allemaal gekke stunts uithalen. Ik heb niet speciaal iets met vliegtuigen, maar van zo'n brullende V12 Merlin gaat mijn hart toch altijd wel wat sneller kloppen. Wat een geluid! Omdat je het met de telefoon toch niet echt ziet heb ik maar weinig foto's gemaakt. Voor de vliegtuigliefhebbers ook maar een filmpje wat ik op YT vond.

IMG_7833.JPG



De barbecue is inmiddels ook in volle gang en het lijkt me een leuke groep mensen om mee samen te werken. Om een uur of 4 vertrekken Mike en ik weer, want we moeten straks nog een paar uur rijden. Thuis zet ik nog snel even het kofferrek in elkaar, en het past prima. Die houdt het wel weer even vol. Top! De koffers laat ik nu trouwens hier, want omdat alles verder in het huisje aanwezig is heb ik aan wat kleren genoeg.

Het is 3 uur rijden naar het huisje. In NL ben je dan al ruimschoots het land uit, maar hier vinden ze dat een klein stukje. Mike rijdt op zijn KTM 890 Adventure en ik kan dit keer eens gewoon lekker lui volgen. Vanaf het stadje Hope volgen we Highway 5, de "Coquihalla Highway" richting Kamloops. Onderweg komen we over de gelijknamige 1244 meter hoge Coquihalla-pass. De Discovery tv-serie "Highway Thru Hell", over een bergingsbedrijf uit Hope dat in de winter sneeuwstormen trotseert om vrachtwagens te bergen speelt zich hier op deze snelweg af. Sneeuw is op dit moment ver te zoeken trouwens, want het is nog steeds bloedheet.

Na ongeveer 2 uur rijden komen we langs het laatste stadje wat we tegenkomen voor we het bos in duiken. We halen snel wat boodschappen voor vanavond en gooien de tank vol, en dan gaan we verder voor het laatste uurtje. Het is eerst nog een half uurtje snelweg, en dan nog 20 kilometer over een gravelweg diep het bos in. Lekker stoffig want het is kurkdroog, maar wel een prachtig gebied.

IMG_7838.JPG


Het is een prachtig houten huisje midden in het bos en aan een meertje. Er is geen elektriciteit, geen stromend water en geen mobiel bereik. Een aantal jaar terug hebben ze een eigen toegangsweggetje kunnen aanleggen, want daarvoor konden ze alleen maar rijden tot de overkant van het meer en moest het laatste stukje met de boot. Ze hebben wel een paar zonnepanelen met een grote accu, en dat is bij voldoende zon in de zomer genoeg om het licht te laten branden en wat kleine elektrische apparaten te gebruiken. Als er meer stroom nodig is, of als er in de winter te weinig zon is dan moet het aggregaat aan. Het is een prachtig plekje, alleen aan de overkant van het meer staat nog een klein huisje, maar ook die is niet permanent bewoond. Verder is er in de wijde omtrek helemaal niks. Het is dat het een beetje ver weg is, maar ik zou mijn huis er zo voor inruilen.

IMG_7849.JPG


Na de rondleiding gaan we maar eens wat te eten maken, want het is inmiddels al bijna 10 uur. Gelukkig hebben we vanmiddag bij de barbecue genoeg gegeten. Spaghetti smaakt altijd, en deze is heerlijk! Na het eten is het al hartstikke donker, dus zitten we nog een uurtje bij het meer naar de sterren te kijken. Het is kraakhelder en er is geen lichtvervuiling, dus het zijn er enorm veel. Deze dagen trekt er hier een meteorieten regen voorbij, en we zien er een heleboel. Prachtig! Het is ergens rond half 12 als we naar bed gaan. De hele bovenverdieping van het huisje is één grote ruimte, vol met matrassen, want Mike en zoon Tom komen hier vaak met vrienden en kennissen om te vissen. M'n nichtje en hun 2 dochters vinden het niks, te primitief en te stil, dus die komen hier bijna nooit. Ik zou het wel weten, ik zat hier elk vrije weekend! Tom komt morgenochtend ook, die ging vandaag nog met vrienden naar een voetbalwedstrijd dus kon niet gelijk mee. Hij neemt zijn quad mee, dan gaan we morgen hier de omgeving eens een beetje onveilig maken. Nu eerst maar eens slapen. Ook vandaag ben ik weer behoorlijk gesloopt, ik denk dat het gewoon van het reizen komt. Iedere dag weer inpakken, rijden, uitpakken, alle indrukken, de warmte, het is toch vermoeiend.



Dag 94, Zondag 13 augustus. Gereden: 71, Totaal: 21309km.

Ik heb als een blok geslapen, volgens mij had het hele huisje rondom me heen kunnen instorten en dan had ik nog niks gemerkt. Zelfs mijn wekker om 8 uur druk ik uit, en ik word pas weer wakker als Mike er om half 9 uit gaat. Tom is er rond half 10, hij was gisteravond met vrienden bij een voetbalwedstrijd dus hij is vanmorgen vroeg vertrokken. Onderweg heeft hij nog even ontbijt voor ons gehaald, en boodschappen voor vanavond, dus we zitten goed.

Rond een uur of 11 gaan we rijden. In de hele omgeving liggen allemaal offroad tracks die door een club worden onderhouden. Mike en Tom zijn lid van die club, dus we mogen overal rondrijden. Het varieert van brede gravelwegen tot smalle bospaadjes vol met stenen en keien. Het is super stoffig dus we moeten wel een beetje afstand op elkaar houden anders zie je helemaal niks. Soms moeten er met de quad wat omgevallen bomen aan de kant getrokken worden, maar verder is het allemaal goed te rijden. Het is wel aardig werken met mijn zware motor, en ook vandaag weer bloedheet. Zweten dus, maar we vermaken ons prima. In mijn jeugdig enthousiasme heb ik eigenlijk amper foto's gemaakt. Wel gefilmd met de Gopro, maar ik ben er nog steeds niet aan toe gekomen daar iets van te maken. Een paar screenshots dan maar.

IMG_7844.JPG


IMG_7845.JPG


vlcsnap-2024-04-06-22h33m54s356.png


vlcsnap-2024-04-06-22h34m34s757.png


vlcsnap-2024-04-06-22h36m18s373.png


vlcsnap-2024-04-06-22h59m08s179.png


Om 2 uur heeft Mike een afspraak met een dakdekker die even komt kijken omdat het dak van de cabin vervangen moet worden. Omdat je de plek nooit vindt als je de weg niet weet halen we hem op bij de weg en nemen hem mee naar de cabin. De dakdekker is ongeveer een uurtje bezig, en wij blijven de rest van de middag rond de cabin. We gaan vanavond nog een rondje doen, dus de bloedhete middag laten we de motoren lekker staan. Natuurlijk ga ik even lekker in het meer zwemmen, en rommelen we wat rond. Er moet nog een houten bankje hersteld worden, dus dat kunnen we mooi even doen. Door het doen van wat klusjes heb ik tenminste nog een klein beetje het idee dat ik wat terug doe voor alle gastvrijheid die ik krijg. Tom maakt ondertussen hamburgers voor op de barbecue, en we eten een beetje op tijd.

IMG_7848.JPG


Na het eten rijden we nog een uurtje, en stoppen we boven op de top van Greenstone Mountain om naar de zonsondergang te kijken. Hij gaat om half 9 onder, dus we hebben nog ongeveer een half uur. Greenstone Mountain is een van de hoogste toppen in de omgeving en je hebt een prachtig uitzicht. In de verte zie je wat rookpluimen van een van de vele bosbranden opstijgen. We zien de zon langzaam zakken tot een prachtige zonsondergang, heel gaaf! Als de zon eenmaal onder is gegaan dan is het in het bos ook gelijk donker, dus met name het eerste stuk van de afdaling is nog aardig spannend. Behoorlijk steil en heel veel losse stenen. We redden het allemaal, en dan rijden we in een half uurtje weer terug naar huis.

vlcsnap-2024-04-06-23h01m03s703.png


IMG_7852.JPG


IMG_7854.JPG


IMG_7855.JPG


IMG_7862.JPG


IMG_7863.JPG


IMG_7864.JPG


IMG_7867.JPG


IMG_7868.JPG


IMG_7872.JPG


IMG_7878.JPG


vlcsnap-2024-04-06-22h52m49s716.png


vlcsnap-2024-04-06-22h56m28s205.png


Als we nog een uurtje op de veranda hebben gezeten tot het echt donker is, verkassen we weer naar de rand van het meer. Net als gisteren een prachtige heldere sterrenhemel en elke paar minuten een meteoriet. Vuur maken mag vanwege de droogte op dit moment niet, maar dat mag de pret niet drukken. Alweer een geweldige avond, en sowieso een geweldige dag. Komt aardig in de buurt van mijn ideaalplaatje. Hut in het bos, geen bereik, geen faciliteiten, een beetje rommelen daar, zwemmen, vuur maken, door het bos crossen. In de zomer met de motor, in de winter met de sneeuwscooter. Ik denk dat ik hier maar vaker naartoe moet. Twee jaar geleden waren ze de cabin trouwens bijna kwijt door een bosbrand. Het vuur heeft een week of 6 gewoed, het begon kilometers verderop, maar het is uiteindelijk op nog geen 200 meter van de cabin gestopt. Ze hebben op 200 meter afstand een stoplijn gemaakt door een rij bomen weg te halen. Doordat er voldoende water uit het meer beschikbaar was hebben ze het nat kunnen houden en de brand zo kunnen stoppen. Mike was al bezig om zoveel mogelijk spullen uit de cabin veilig te stellen, maar dat was uiteindelijk gelukkig niet nodig.



Dag 95, Maandag 14 augustus. Gereden: 278, Totaal: 21588km.

Ik heb geen wekker gezet, en ik schrik er zelf van dat het al half 10 is als ik wakker word. Dat gebeurt me niet vaak, maar het was blijkbaar nodig. Helaas moeten we straks alweer vertrekken, want de hele familie heeft vanmiddag om 4 uur een afspraak om een nieuw huis te bezichtigen, en morgen moet iedereen weer werken. Na het ontbijt ga ik natuurlijk even zwemmen, en daarna ruimen we alle spullen weer op, doen de afwas en maken ons weer klaar voor vertrek. Ik had nog wel kunnen blijven, maar dan was ik alleen gebleven. Dat is niet zo erg, maar dan had ik sowieso boodschappen moeten doen, ik weet niet hoe alles hier werkt, ik ken de paden niet, en woensdag komen er komen er voor een paar dagen andere mensen in het huisje dus het was toch maar voor één dag extra geweest. Ik rij gewoon met ze mee terug naar huis. Het aanbod om een keer terug te komen en hier wat langer te blijven blijft zeker in mijn gedachten!

Het is iets na 11 uur als we weer vertrekken. Omdat Tom met de auto is gaat hij via de kortere weg, Mike en ik rijden nog een stuk door het bos terug. Het is niet normaal stoffig, maar wel heel mooi. Eenmaal weer op de verharde weg staan we een tijdje stil voor wegwerkzaamheden, omdat er een kapotte machine op de enige beschikbare rijstrook staat. Ze zijn al even bezig en ze hebben hem gelukkig snel weer aan de praat, want dit zijn geen temperaturen om lang in de zon te staan wachten. Het lijkt nog wel heter dan gisteren. Eenmaal op de snelweg rijden we door de canyon van de Coquihalla Highway, en wordt het heter en heter. Bij de pomp waar we op de heenweg ook getankt hebben stoppen we nu weer, en is het inmiddels 33 graden. We drinken zelf ook even wat kouds, en dan gaan we snel weer verder. Naarmate we verder afdalen loopt de temperatuur nog verder op, tot zelfs 39 graden onderin de canyon. Alle hitte blijft hier lekker hangen en het is echt niet uit te houden.

IMG_7880.JPG


Als we afslaan naar het dal van de Fraser River daalt de temperatuur iets, maar het blijft alsnog hangen op 36 graden. Om 3 uur zijn we thuis en kunnen tenminste die warme pakken uit. Mike heeft een voicemail dat de bezichtiging van het huis is verplaatst van 16:00 naar 17:30, dus dat geeft gelukkig wat tijd om even bij te komen. Ze gaan met de hele familie kijken, en vragen of ik mee ga. Zo vaak krijg ik niet de kans om een huis van 5,5 miljoen Canadese dollar te bezichtigen, dus ik ga wel even mee. Het is een kast van een huis met een enorm stuk grond. Zwembad natuurlijk, een gym, maar het belangrijkste van alles, een aangebouwde garage met 5 plaatsen inclusief een brug. Behalve de garage spreekt het huis mij niet echt aan, het is nogal sfeerloos. De familie vind het ook niks, dus ik denk niet dat het hem gaat worden.

Iedereen gaat op tijd naar bed vandaag, want morgen moeten ze allemaal weer vroeg op. Ik blijf hier morgen een dagje niks doen. De motor even wassen, wat spullen schoonmaken en opruimen. Voor de komende dagen voorspellen ze een hittegolf van tussen de 35 en 40 graden. Vrijdag wordt het met 25 graden weer een stuk beter, dus het kan best zijn dat ik hier nog een paar dagen blijf hangen tot het iets koeler is. De hele dag rondrijden met 40 graden is ook geen doen. We gaan het zien.
 
Laatst bewerkt:
@Frazer. Nu heb ik toch nog een vraagje ? aangezien jij er ook bent as. kampeer weekendje lijk het me leuk als je een live aflevering met foto's doet en een nog niet gepost dagje uit je verslag voorleest :9 , Al denk ik als mensen er lucht van krijgen het wel erg vol kan stromen en de camping met grote getale Fraser fan's :+ :+ uit zijn voegen barst. Wederom top geschreven en wat een plaatjes weer man.
P.S wil geen druk opleggen hoor:+:+:+:+:+:+*DO-).
 
Weer een prachtig avontuur zo een huisje aan het meer. Wat een groot verschil met NL waar je dit nergens kan vinden. Wat zal jij ongelofelijk hebben moeten wennen toen je weer in NL kwam.
 
Weer geweldig, ook om ‘alleen op de wereld’ in zo’n cabin te verblijven…..mooie ervaring!
 
Terug
Bovenaan Onderaan