Vrijdag 15 september, dag 23
Ik heb vannacht wel wat regen op de tent gehoord, maar het weer ziet er helemaal niet slecht uit. Veel regen kan het nooit geweest zijn, want het is nauwelijks nat buiten. De was heeft de hele nacht in het drooghok gehangen en is gelukkig lekker droog. Ik haal alles weer op, pak de spullen in en ben rond 10:30 klaar voor vertrek.
Vandaag even de vraag wat ik ga doen. Ik heb alles wat ik wilde zien afgewerkt en ik ben weer vlakbij Reykjavik. Als ik wil sta ik met twee uurtjes weer in de stad, maar ik heb nog een aantal dagen over dus het is zonde om nu al terug te gaan. Ik besluit richting Thórsmörk te gaan, een mooi gebied bij de Eyjafjallajökull gletsjer. Ik ben daar de eerste dagen al in de buurt geweest, maar het paste niet helemaal in het schema dus ik heb het laten liggen. Aangezien ik nu toch nog wat tijd over heb ga ik alsnog die kant op. Het is vrijdag, en ik wil uiterlijk morgenavond weer in Reykjavik zijn. Dan heb ik op zondag nog de tijd om even in de stad te kijken, en loop ik ook niet het risico om op het laatste moment misschien nog ergens te stranden.
Vanaf Thingvellir ga ik eerst richting Selfoss. Bij een supermarkt scoor ik wat broodjes en eet onder het genot van een bakkie koffie even op het naastgelegen terras. Ik volg de 1 verder naar Hvolsvöllur, waar ik de motor nog even volgooi. Als het goed is moet ik het op deze tank kunnen redden tot Reykjavik, dus waarschijnlijk is dit de laatste keer tanken op IJsland. Het tankstation ken ik al, hier stond ik een week of 3 geleden ook. Toen in de stromende regen, deze keer is het gelukkig beter.
Ik kom weer langs de Seljalandsfoss waterval en neem de F249 richting Thórsmörk. De weg is slecht, erg veel gaten en kuilen. Ik laat wat druk uit de banden, dat is wat comfortabeler en de laatste paar dagen maakt het toch niet meer uit hoe hard ze slijten. Ik kom vrij veel verkeer tegen en doorkruis een aantal kleine riviertjes. Gaat allemaal prima. Bij de eerste gletsjerrivier haal ik toch de waterschoenen maar voor de dag en loop voorzichtig naar de overkant. Het valt erg mee met de diepte dus ik kom er zonder problemen doorheen.
Ik maak een tussenstop bij een parkeerplaats waar een aantal auto’s en bussen staan, hier is vast iets te zien. Het blijkt een mooie kloof, de Stakkholtsgjá. Het is een brede kloof en je kan er een stuk inlopen. Het is echt schitterend hier! Ik loop de kloof een stuk in, tot deze zich splitst en je de rivier moet oversteken om verder te kunnen komen. Ik moet hetzelfde stuk teruglopen, maar dat is zeker geen straf hier.
Ik moet nog een klein stukje tot een berghut waar ik wil kamperen. Ik steek nog een kleine rivier over en maak me op voor het laatste stukje. In een tegemoetkomende auto zitten een aantal mensen te gebaren dat je verderop niet verder kunt. Dat wil ik natuurlijk met eigen ogen zien, dus ik rij rustig door. Al snel kom ik bij een woeste rivier, waarvan ik eigenlijk al meteen inschat dat dit inderdaad een uitdaging zal worden. De rivier is niet eens heel breed, een meter of 10 misschien, maar stroomt wel erg hard.
Het duurt even voor er een auto van de andere kant komt zodat ik kan inschatten hoe diep hij is. Er komt een grote IJslandse superjeep die uiteraard zonder moeite naar de overkant komt, maar ik zie al meteen dat het in het midden behoorlijk diep is. Ik gok zo’n 80/90 centimeter, maar ook de woeste stroming en grote stenen maken het moeilijk. De jeep stopt nog en de bestuurder denk dat het wel kan, maar ik ga de gok niet wagen. Zijn antwoord “I think that’s the best call” zegt genoeg. Ik heb de berghut en camping al in zicht, maar ik ga het risico niet nemen. Ik moet morgen via dezelfde weg terug, dus dat zou inhouden dat als ik de overkant al zou halen, ik ook nog een keer terug zou moeten. Ik heb 3 weken probleemloos rondgereden en het is het me niet waard om dat op de laatste dagen letterlijk in het water te laten vallen. Bij wat de laatste echte rivier geweest zou zijn moet ik realistisch zijn, IJsland heeft toch van me gewonnen!
Ik maak nog een paar foto’s en keer weer om, de bewoonde wereld tegemoet. In mijn spiegels de Mýrdalsjökull gletsjer, prachtig verlicht door de zon. Het voelt als een afsluiting, de gletsjer verdwijnt langzaam uit mijn spiegels, de laatste riviertjes, de laatste kilometers onverhard. Met mijn gedachten bij de afgelopen weken gaat het nog bijna mis als ik in een van de riviertjes even het verkeerde spoor kies, wat behoorlijk diep blijkt. Een flinke guts water gaat mijn laars in, en zo heb ik toch nog natte voeten. Niet te vroeg juichen, nog even bij de les blijven! Ik geniet nog even van de laatste kilometers voor ik echt weer in de bewoonde wereld uit kom. Een dag eerder dan gepland, maar dat maakt niet uit. Ik heb alsnog een mooie indruk van dit gebied gekregen en ben blij dat ik er toch nog geweest ben.
Drie weken geleden was de camping bij de Seljalandsfoss de eerste na mijn start in Reykjavik en nu is het ook de laatste voor het einde van de trip in Reykjavik. Toen kwam ik aan met natte voeten door de regen, nu door de doorwadingen. Het veld zag er drie weken geleden nog redelijk uit, maar het is nu een modderpoel geworden. Overal staan sporen van auto’s die vast hebben gestaan, je mag met de auto het veld niet eens meer op. Gelukkig is het nu mooi weer en is voor mijn tent nog wel een plekje zonder modder te vinden.
Na het eten loop ik nog even een rondje langs de watervallen. Ik ben er natuurlijk al geweest, maar het blijft mooi. Het is een prachtige avond, het klaart helemaal op en het is windstil. Ik geniet nog even van de prachtige natuur hier. Terwijl het donker wordt doe ik nog een bakkie bij de kiosk op de parkeerplaats van de waterval. De toeristen zijn weer weg, de rust is teruggekeerd en de waterval is prachtig verlicht. Als ik terug naar de camping loop zie ik zelfs nog het Noorderlicht. Het wisselt steeds een beetje in kracht, maar blijft wel lang hangen. Ik kan het zelfs vanuit de tent zien. Het was een prachtige dag vandaag, het voelt als een mooie afsluiting. Hoewel ik natuurlijk nog niet helemaal terug ben zitten de onverharde kilometers erop en laat ik de natuur achter me om morgen de stad weer in te gaan.
Zaterdag 16 september, dag 24
Het rustige weer van gisteravond is omgeslagen, het waait flink en het is zwaarbewolkt. Ik heb net aan alles droog ingepakt als het begint te spatten. Het blijft nog bij spatten, de regen zet nog niet echt door. Voordat ik richting stad ga, rij ik eerst nog naar het bezoekerscentrum over de uitbarsting van de Eyjafjallajökull, de vulkaan die in 2010 het vliegverkeer in heel Europa voor meerdere weken totaal ontregelde. Ik kwam hier 3 weken geleden ook al langs, maar ik had toen niet zo’n zin om te stoppen. Vandaag heb ik toch tijd zat, dus ik pak het nog even mee.
Het bezoekerscentrum wordt gerund door de bewoners van de boerderij die het dichtste bij de vulkaan ligt. De film laat veel indrukwekkende beelden van het natuurgeweld zien. Eigenlijk hebben ze er afgezien van de directe nabijheid van de vulkaan in IJsland zelf weinig last van gehad. De vulkaan ligt een paar kilometer van de kust en de aswolk trok grotendeels richting zee. Wel is er een door smeltend gletsjerijs een grote vloedgolf ontstaan, die met name veel stukken van de belangrijke rondweg heeft verwoest. Aangezien omrijden in IJsland vaak niet echt een optie is heeft vooral het verkeer er veel hinder van gehad. De vloedgolf trok precies door het gebied waar ik gisteren doorheen reed. Dat zag er toen zo vredig uit, maar het blijkt wel weer dat in dit land niets is wat het lijkt.
Na een bezoek aan het informatiecentrum zet ik dan echt koers richting Reykjavik. Ik had nog wat kleine tussenstops in gedachten, onder andere aan het bronnengebied Hveragerdi. Helaas zet de regen nu wel door en begint het te plenzen, en niet te zuinig ook. Het water golft over de weg. Ik heb weinig zin om met dit weer nog ergens rond te gaan lopen, dus ik geloof het wel en ga door richting de stad.
Als ik aankom in de stad is het gelukkig weer droog. Op de camping zoek ik weer een plekje en zet de tent op. Het is iets minder druk dan een paar weken geleden, maar nog steeds ben ik bepaald niet de enige hier. Als de tent staat stap ik weer op de motor en ga nog even een rondje doen. Eerst nog wat boodschappen halen, even langs de terminal van Samskip om te kijken waar het ook al weer was, en dan nog een rondje door de stad. Het bekende kunstwerk "The Sun Voyager" is niet te missen, al moet ik de zon er zelf wel even bijdenken.
De rest van de avond doe ik vrij weinig, beetje uitrusten, boekje lezen en een beetje met het thuisfront appen. Morgen een dagje stad, de voorspellingen zijn niet al te best maar ik hoop dat het een beetje droog blijft.
Zondag 17 september, dag 25
Vandaag de laatste volledige dag. Ik had natuurlijk nog een dag kunnen rijden, maar ik heb de afgelopen weken al genoeg kilometers gemaakt, en ik wil niet riskeren om op de laatste dag nog problemen op te doen. Morgen vlieg ik terug en moet de motor ingeleverd worden, dus dan mag er niets misgaan. Ik ga dus een dag de stad in, ik ben er toch. Ik heb de wekker om 8 uur gezet, maar ik blijf nog even liggen tot half 9. Tijdens het ontbijten kijk ik even op de kaart waar ik naartoe wil. Ik had vanwege de slechte weersvoorspelling aanvankelijk het idee om met een hop-on/hop-off bus te gaan, maar het is droog dus ik denk dat ik het maar lopend ga doen. Bovendien ligt alles in het centrum vrij dicht bij elkaar, dus lopend kan best. Ik neem wel de stadsbus naar het centrum, dat scheelt ruim een half uur lopen.
Ik stap uit bij Aurora Reykjavik, een bezoekerscentrum over Aurora Borealis, het Noorderlicht. Het geeft veel informatie over wat het Noorderlicht nou precies is en hoe het ontstaat, maar het is een technisch verhaal en blijft moeilijk te begrijpen. Het is wel erg interessant, en er hangen natuurlijk prachtige foto’s. Zeker een leuk bezoek. Ik koop als aandenken aan IJsland nog een boek met prachtige foto’s van het hele land, zo mooi kan je ze zelf nooit maken.
Het Aurora-centrum ligt aan de rand van de haven, dus na het bezoek loop ik even door de oude haven. Het ziet er gezellig uit, veel restaurantjes en cafés, maar het is nog vroeg dus het meeste is nog dicht. Bij de officieel verkozen beste hotdogkraam van het land staat een lange rij. Hotdogs zijn IJslands cultureel erfgoed, dus iedereen moet hier even langs. Daar kan ik natuurlijk niet zomaar voorbij lopen, al proef ik zelf weinig verschil met de rest van het land.
Ik slenter een beetje door de winkelstraat. Eigenlijk zijn het voornamelijk souvenirwinkels, barretjes en restaurants. In IJsland stikt het van de schapen, dus wolproducten zijn een van de weinige producten die ze zelf maken en niet hoeven in te voeren, en daar zijn ze trots op. Ook buitensport artikelen en warme winterkleding ligt overal voor het oprapen. Verder zijn het voornamelijk winkeltjes met toeristische prullaria. Vanuit de winkelstraat loop ik door naar de kathedraal en kijk even rond, maar om eerlijk te zijn vindt het niet zo bijzonder. Sowieso is de stad niet heel bijzonder. De winkelstraat is wel aardig, maar verder is er niet zo veel te beleven. Het is ook allemaal een beetje grijs en grauw, niet echt een heel gezellige stad. Ik doe nog een bakkie bij een koffiebar, want koffie is ook een heel belangrijk ding hier. Wat dat betreft voel ik me hier wel thuis.
Met een gratis pendelbus ga ik naar een groot winkelcentrum even buiten stad, maar al na een paar minuten is het wel duidelijk dat dit niet echt mijn ding is. Alleen maar kledingwinkels. Zo zit ik na een minuut of 10 weer in dezelfde pendelbus en ga weer terug naar het centrum. Ik loop nog een rondje door de haven. Ik heb het eigenlijk wel gezien, maar ik moet de dag toch volmaken en op de camping is ook weinig te beleven. Hoewel het niet echt weer is voor ijs, kan ik een ijsboer in de haven toch niet voorbij lopen. Als ik weer terug naar de winkelstraat loop stuit ik nog op een klein bioscoopje. Elk uur een film over het Noorderlicht, dat pak ik natuurlijk nog even mee. Het is eigenlijk niet meer dan een huiskamer, waar je zittend op een lekkere bank of luie stoel kan genieten van de film. Eerst dus het Noorderlicht, daarna nog een korte film over de uitbarsting van de Eyjafjallajökull. Allebei korte films, maar leuk om even mee te pakken.
Na de film plof ik neer in een restaurantje om wat te eten. Fish & chips, maar dan op de culinaire manier. Erg lekker! Omdat ik door mijn contante geld heen ben, en eigenlijk geen zin meer heb om nu op de laatste dag nog geld voor de bus te pinnen ga ik lopend terug naar de camping. Het is ongeveer 45 minuten lopen en mijn benen voelen nog prima dus dat kan makkelijk.
De laatste paar minuten voor ik op de camping ben begint het te spatten, dus helaas word ik net op het laatst toch nog even nat. De regen was voorspeld en gaat de rest van de avond waarschijnlijk niet meer stoppen, dus schuilen heeft geen zin. Terug in de tent probeer ik alvast wat spullen in te pakken, dat scheelt morgen weer. Na een lekker warme douche zoek ik mijn bed op voor de laatste nacht op IJsland.
Maandag 18 september, dag 25
De laatste dag vandaag, vanavond ben ik weer thuis maar er is eerst nog een hoop te doen. Ik heb een beetje onrustig geslapen, maar om half 7 word ik toch wakker van de wekker. Het regent en ik moet al mijn spullen nog uitzoeken en inpakken, dus echt handig is het allemaal niet. Een hoop van mijn spullen gaan weer samen met de motor per boot terug, dus ik probeer alles zo droog mogelijk in te pakken. Na 1,5 week worden natte spullen in een dichte tas er waarschijnlijk niet beter op, dus alles moet droog blijven. Op de heenweg was het makkelijk, toen kwam alles lekker droog van huis, maar nu is het wat lastiger. Ik pak alles voor de laatste keer op de motor en hijs mijn rugzak op mijn rug. Gaat allemaal niet echt makkelijk met een rugzak en een bagagerol, maar het is maar een paar kilometer naar de haven.
Ik meld me eerst op het kantoor van Samskip. Het duurt even, want de medewerkster heeft dit nog nooit gedaan dus moet telefonisch geholpen worden. Uiteindelijk rollen de juiste papieren uit de printer en kan ik door naar de haven waar ik de motor moet inleveren. Dit is dezelfde plek als waar ik hem heb opgehaald, dus ik weet inmiddels waar ik moet zijn. In de loods kan ik op mijn gemak alle spullen sorteren en netjes inpakken. Mijn natte tent, slaapzak en matje gaan mee in het vliegtuig. Mijn laarzen en helm zijn nat, dus die bind ik los op de bagage want als ik ze nat in de tas stop kan ik ze volgende week waarschijnlijk weggooien. Mijn motorjas is ook nat, maar die neem ik gewoon mee in het vliegtuig. De rest van de bagage is gelukkig redelijk droog dus kan in de tas.
Met dezelfde medewerkers als bij aankomst laden we de motor op het rek en zetten hem vast. Het is de laatste motor die dit jaar terug moet en hij gaat straks meteen al de container in. Hij gaat terug met de m/v Helgafell, hetzelfde schip als waar hij ook mee gekomen is. Het is weer even vreemd om de motor hier achter te laten. Hij heeft me toch weer mooi overal doorheen gesleept. De motor is na alle reizen die ik er mee heb gemaakt veel meer dan een vervoersmiddel voor mij, het is echt een reisgenoot. Het voelt raar om die dan zomaar in een vreemd land achter te laten. Is dat gek, sentimenteel zijn over een stuk ijzer? Maakt me geen zak uit eigenlijk, ik voel het zo.
Vanaf de haven is het maar een paar minuten lopen naar de busterminal. Ik koop een kaartje voor de transfer naar het vliegveld. De bus gaat ieder uur en staat al klaar. De laatste blikken op een regenachtig en troosteloos Reykjavik, voor ik om 11:15 uur op de luchthaven Keflavik aankom. De vlucht gaat pas om 14:55 uur, dus ik moet wel een paar uurtjes wachten. Na het inchecken en afgeven van de bagage begint het grote wachten. Ik zit op mijn telefoon een beetje te internetten en eet nog even wat bij een restaurantje. Op een tv scherm in de wachtruimte wordt op een digitale kaart de wegsituatie op de belangrijkste wegen van het land aangegeven. Ik zie dat er meerdere wegen die ik heb gereden zijn afgesloten wegens extreem weer. Zo zie je maar, een beetje geluk moet je hebben want dat had mij ook kunnen overkomen. Om 14:15 uur sluit ik aan in de rij voor het boarden, wat met wat vertraging op gang komt. Iets later dan gepland, om 15:15 uur gaan we dan eindelijk de lucht in. De laatste blikken op een regenachtig IJsland voor we al snel de bewolking induiken.
De vlucht gaat prima, ik kijk wat filmpjes op de tablet en klets nog wat met de mensen naast me. Om 20:00 uur Nederlandse tijd landen we op Schiphol, ik sta weer veilig op de grond. Ik moet een eind lopen van de achterste gate naar de bagageband, er lijkt geen eind aan te komen. Mijn tas komt als eerste op de band! Om 21:00 uur zit ik in de auto en om 21:30 ben ik weer thuis, voordeel als je dicht bij Schiphol woont. Het zit erop! Morgen gaat de wekker weer om half 6, dat zal wel even wennen zijn. Ik had deze dag nog vrij willen nemen om een beetje bij te komen, maar dat zat er helaas niet in.
Donderdag 28 september
Net als op de heenweg heb ik het schip weer online gevolgd, en stiekem ben ik toch wel weer opgelucht als hij in Rotterdam aankomt. Ik heb vooraf gebeld, dus als ik me meld bij het kantoor van Samskip in Rotterdam liggen de papieren al klaar. Binnen een minuut sta ik alweer buiten en kan ik door naar de Douane. Het is weer Nederland met zijn regeltjes, de motor in IJsland op halen is geen probleem, maar als je als Nederlander je eigen Nederlandse motor weer wilt ophalen in een Nederlandse haven moet er opeens een hele papierwinkel in orde gemaakt worden. Het schijnt wel tot een uur te kunnen duren. Maar het is rustig en na een kwartier is alles in orde en kan ik van het Douanekantoor door naar de terminal. Na het afgeven van de nodige papieren kan ik door naar de loods waar ik de motor in ontvangst kan nemen. Hij staat nog in de container, maar die staat gelukkig al klaar. Het zegel gaat eraf, de deuren open en het blijkt dat hij helemaal alleen in de container staat. Hij is er met de heftruck zo uit, en met wat hulp van het personeel halen we hem weer van het rek af. Hij heeft even weinig zin om te starten, maar dat gebeurd wel vaker na een tijdje stilstaan. Uiteindelijk slaat hij aan en rollen we de loods uit. Bagage in de auto bij een collega die zo aardig is geweest om even met me mee te gaan en dan kunnen we gaan. De laatste stap is ook afgerond, de motor is weer thuis, nu is het echt klaar!
Filmbeelden deel 5:
Conclusie
Het was top! 25 dagen is zeker niet niks, maar het was om voor ik er erg in had. Ik heb me geweldig goed vermaakt. Ik heb genoten, en ik heb afgezien, maar het was het zeker waard. Ik heb al de nodige motorreizen achter de rug, maar dit was toch wel een hele bijzondere en ik zou het zo weer doen! Als ik het achteraf zo teruglees lijkt het alsof ik bijna alleen maar slecht weer heb gehad, maar dat viel eigenlijk best wel mee. Natuurlijk was het koud en nat maar dat weet je van te voren. Alleen de eerste 4 dagen heeft het bijna continue geregend, maar verder viel het best wel mee. Af en toe wat buien heb ik helemaal geen moeite mee, als het tussendoor ook maar regelmatig even droog is.
Ook de motor heeft afgezien, maar hij heeft het perfect gedaan. Een paar losgelopen bouten en een losgetrilde richtingaanwijzer waren de enige noemenswaardige problemen. De banden hebben hun beste tijd gehad en de achterremblokken zijn op, maar slijtage hoort erbij. Totaal 4136 kilometer gereden, een stuk meer dan ik vooraf had verwacht, al heb ik zelf niet het gevoel dat het er zo veel waren.
IJsland is duur, en het verschepen van de motor en het vliegen zijn natuurlijk ook niet gratis, dus even een overzichtje van wat het allemaal gekost heeft. Achteraf valt me dat nog best wel mee.
- €935,- verschepen motor
- €293,- vliegticket
- €340,- benzine
- €1100,- alle uitgaven onderweg
- €2668,- totaal
Blijft natuurlijk een hoop geld, maar daar heb je dan wel een hele mooie reis voor terug!
Terugkijkend heb ik er ook geen seconde spijt van gehad dat ik niet georganiseerd ben gegaan. Ik ben ruim 2x zo lang weg geweest, en voor minder geld dan de georganiseerde reis geduurd zou hebben. Daarnaast kon ik lekker mijn eigen plan trekken en gaan en staan waar ik zelf wilde. Lekker in mijn eigen tentje met mijn eigen spullen in plaats van in hotels en hutten. Hoewel sommigen er niet aan moeten denken is dat voor mij toch de enige echte manier van reizen. Wel iets minder aanspraak dan met een groep natuurlijk, en daar moet je wel tegen kunnen, maar dat is voor mij geen probleem. Ik zou het zo weer doen!